Australië en Nieuw-Zeeland
Het land vanwaaruit de pinguïns zijn ontstaan
Australië en Nieuw-Zeeland behoren allebei tot het continent Oceanië. Niet alleen de typische koalabeer en kangoeroe leven daar, ook worden de kusten bewoond door pinguïns. Dit continent wordt gekenmerkt door vier seizoenen, namelijk: zomer, winter, herfst en lente. In de zomer liggen de temperaturen gemiddeld tussen de 25 en 36°. Terwijl ze in de winter 14° bedragen. Lijkt warm voor een pinguïn, hé!
Volgens wetenschappers zijn vogels op de kust van Australië en Nieuw-Zeeland geëvolueerd tot pinguïns. Daardoor vinden we hier ook vijf verschillende pinguïnsoorten terug.
Hieronder lees je meer over hoe deze pinguïnsoorten zich aanpassen aan dit klimaat.
NIEUW-ZEELAND EN AUSTRALIË
Dwergpinguïn
De kleinste pinguïn ter wereld.
Ze worden ongeveer 43 cm groot.
Dwergpinguïn
![]() |
Daarnaast legt deze pinguïnsoort één tot twee eieren per keer. Deze eieren worden door beide ouders om te beurt gebroed. Terwijl de ene aan het broeden is gaat de ander op jacht gaan. De geboren baby wordt al na zeven tot elf weken beschouwd als volwassen. |
NIEUW-ZEELAND
Geeloogpinguïn
Deze pinguïnssoort is met uitsterven bedreigd.
Het wordt gekenmerkt door de gele ogen.
Geeloogpinguïn
|
Megadyptes antipodes
Daarnaast is het een schuwe pinguïnssoort, ze bouwen hun nesten het liefst uit de buurt van andere soorten. Bij het broeden zien we dat de mannetjes en vrouwtjes elkaar afwisselen. Meestal leggen ze ongeveer één tot twee eieren. Vervolgens eten ze het liefst kabeljauw en pijlinktvis. |
![]() |
|||
![]() |
Met uitsterven bedreigd
De oorzaak voor de daling in aantal ligt bij de houtkap. Hierdoor is de broedpopulatie in Nieuw-Zeeland achteruitgegaan. Een andere oorzaak is de introductie van nieuwe roofdieren. Dit zijn namelijk katten, honden, varkens en fretten.
|
|||




